Sporen van de Tempelieren in Nederland - http://www.tempelieren.nl - © Ben Brus 2003-2012
Amersfoort ( Buurtsdijk/Vathorst )
Ten noorden van Amersfoort lag voorheen het gehucht Buurtsdijk. Onlangs is het gebied, als de nieuwbouwwijk Vathorst, een deel van Amersfoort geworden. Buurtsdijk ontstond indertijd aan de Calveenseweg. Hier lag, zoals blijkt uit bijgaand kaartje, tot voor kort De Tempel. Op weinig afstand ervan lag de boerderij Het Klooster. Op wat grotere afstand ligt nog de boerderij Palestina aan de Palestinaweg. Ook de wijk rond deze boerderij wordt wel Palestina genoemd. De vraag is hier: Verwijzen deze toponiemen op een of andere wijze naar de Tempelorde en naar de kruistochten?
Buurtsdijk met: De Tempel, Het Klooster, Palestina, Calveenseweg, Duisterweg en Palestinaweg (Achtergrond: Detail van Kaart 408 uit de “Historische Atlas Gelderland”, Robas Producties 1989.)
Ontginningen
De Calveenseweg loopt door het Calveen, een deel van het Hooglanderveen, het uitgestrekte laag gelegen gebied langs de Eem, met de zandige heuvels van de Veluwe aan de ene en die van Utrecht aan de andere kant. Het maakt deel uit van de Gelderse Vallei. Van ouds was het een troosteloos moerassig veengebied. In de loop van meerdere eeuwen werd het ontwaterd en ontgonnen. De betrokken ontginningsgeschiedenis werd uitvoerig bestudeerd. Een recent verschenen gedegen publicatie er over is: “Amersfoort lag aan zee” van de hand van M. Mijnssen-Dutilh. In deze en andere studies komen diverse gebieden en boerderijen ter sprake. Is hierin een antwoord op de gestelde vraag te vinden?
De Calveenseweg, liep van west naar oost. Met betrekking tot het Calveen wordt vermeld, dat het in oorsprong een schraal, onbewoond gebied was. De weg liep er over wat hoger gelegen zandkoppen. Ook bij hoog water bleef ze droog.( Van den Heuvel,c.s. pg.9.) Verderop ging ze over in de Veenweg en daalde daar af naar een meer moerassige omgeving. Vanaf het begin van de twaalfde eeuw is men begonnen het Calveen te ontginnen. De Calveenseweg diende daarbij als ontginningsbasis. Er langs werden de eerste boerderijen gebouwd.
In de betrokken studies wordt een enkele keer de boerderij “Het Klooster“ genoemd, zonder verdere bijzonderheden. Een vermelding van “De Tempel” werd niet aangetroffen
Het om zijn natuurschoon gewaardeerde landelijke gebied rond Buurtsdijk wordt op het ogenblik omgevormd tot de stedelijke nieuwbouwwijk Vathorst. Ter gelegenheid hiervan verscheen een geschrift met de welsprekende titel: “Een wereld van verschil. Hooglanderveen ontmoet Vathorst”. Hierin wordt een beeld geschetst van het oude land, dat verloren gaat. Daarnaast wordt aangegeven, welke ideeën hebben voorgezeten bij het ontwerpen van de nieuwe woonwijk. Daarbij wordt vermeld, dat er naar gestreefd wordt een aantal elementen uit het verleden te handhaven en in de nieuwe opzet te integreren. Zo zouden een aantal boerderijen gespaard blijven als stille getuigen van het voorbije landelijke verleden. In dit kader komen De Tempel en Het Klooster wel ter sprake.
Een huisje met maar één deur
Met betrekking tot De Tempel wordt het volgende vermeld ( Van den Heuvel, c.s., pg.114.): Op het eind van de Kerkenakker aan de Calveenseweg stond de boerderij De Gansenkuil. “De Kerkenakker was een smalle strook grond aan beide zijden van de Calveenseweg. Deze slag was eigendom van de heer en vrouwe van Emiclaer. Zij hebben veel gronden in erfpacht ter beschikking gesteld aan minder bedeelden om een huisje op te bouwen. Later zijn de huisjes aan de R.K.Armen van Hoogland gegeven. Op de Kerkenakker stonden naast De Gansenkuil nog twee huisjes De Zwarte Ruiter en De Tempel.”
De Tempel lag direct aan de weg.” Het is altijd een huisje gebleven zonder grond van betekenis. Het was eigendom van de R.K.Armen van Hoogland. Er zat maar één deur in om naar binnen en naar buiten te gaan, vandaar de naam De Tempel. Op de vraag van een bewoner of het armbestuur niet genegen was om ook een achteruitgang te maken, kwam als antwoord van de armmeester: “Je bent lang genoeg achteruit gegaan, ga nu maar eens vooruit!” Er kwam geen achterdeur!”
“1832 eigenaar R.K.Armen van Hoogland, groot 1 ha.”
In verband met de aanleg van de nieuwe wijk Vathorst werd De Tempel kortgeleden gesloopt. Herbouw ligt niet in het voornemen.
Met betrekking tot Het Klooster wordt vermeld ( Van den Heuvel ,c.s. pg.112 en 113.):
Deze boerderij aan de Calveenseweg heeft bijna zeker eerst aan de andere zijde van de weg gestaan onder de naam De Zandhaar. Deze boerderij is in 1672 door Franse soldaten verwoest en daarna niet meer herbouwd. Rond 1734 komt Gijsbert Jansz. van de Zuidwindt met zijn echtgenote uit Leusden. Zij bouwen waarschijnlijk de nieuwe boerderij op de huidige plaats. Het is niet duidelijk waarom deze Het Klooster heet……. Het Klooster is gesloopt, maar wordt herbouwd.”.
Volledigheidshalve wordt hier nog vermeld, dat van de zijde van de Gemeentelijke Archeologische Dienst van Amersfoort werd meegedeeld, dat bij De Tempel en Het Klooster geen opgravingen hebben plaatsgevonden en dat er ook geen archeologische bijzonderheden over bekend zijn.
Met betrekking tot de boerderij Palestina werden (nog) geen gegevens verzameld. Zij ligt in een polder, die van jongere datum is. Bovendien ligt ze in een andere gemeente en een andere provincie. Vooralsnog lijkt het zoeken naar een relatie met de Tempelorde weinig zinvol.
Het bovenstaande overziende lijkt niets te wijzen op een samenhang van De Tempel in Buurtsdijk met de Tempelorde uit de twaalfde en dertiende eeuw. Wat in Buurtsdijk bekend stond als De Tempel komt naar voren als een klein onaanzienlijk huisje, gebouwd als armenwoning, met nauwelijks enig grondbezit, als bouwwerk beperkt gebleven tot een absoluut minimum, historisch en bouwkundig van geen enkel belang. De naam “De Tempel” lijkt hier niet meer te zijn dan een spotnaam, zonder enige verdere betekenis.
“De Tempel” gezien in een ruimere context
Het gebouwtje lijkt volkomen onbeduidend en niet het noemen waard. Vreemd is het dan, dat het in meerdere publicaties wel aangegeven en met naam genoemd wordt. Enkele toevallig gevonden voorbeelden:
a. Op Kaart 408 in de “Historische Atlas Gelderland”, uit 1869, heruitgegeven door Robas in1989 wordt een gebouw met het bijschrift “Tempel” aangegeven. Een detail uit deze kaart werd hierboven afgedrukt.
b. De uit 1847 stammende kaart 69 in de “Grote Historische Atlas van Nederland”, Deel 3 Oost Nederland, in 1990 uitgegeven door Wolters-Noordhoff, geeft De Tempel in Buurtsdijk eveneens aan met vermelding van de naam.
c. S. Gille Heringa vermeldt in zijn “Aardrijkskundig Handwoordenboek van Nederland” onder “Tempel” elf lokaties. Een ervan wordt als volgt omschreven:
‘Tempel ( De ) b. – 30 min. N. v. Langeoord, gem. Hoogland, Utrecht”
Hier is duidelijk “De Tempel” in Buurtsdijk bedoeld. De b. betekent hier “buurt”. Tempel wordt hier dus opgevat als naam van een hele buurt. Voor goed begrip, in het lijstje van elf komt b.maar twee keer voor. Zes keer wordt h. vermeld, in de betekenis van “huis”. In dit geval is blijkbaar bewust voor “buurt” en niet voor “huis” gekozen.
Aan deze voorbeelden liggen slechts toevallige waarnemingen ten grondslag. Ongetwijfeld is het rijtje voor uitbreiding vatbaar. Hebben de auteurs en kaartenmakers het werkelijk de moeite waard gevonden aandacht te vragen voor een onaanzienlijk armelui’s huisje met slechts één deur, ergens in de polder? Zou een buurt naar zo een huisje genoemd zijn?
Heringa vermeldt De Tempel in Buurtsdijk niet geïsoleerd, maar samen met andere toponiemen met een element “tempel”. Het lijkt raadzaam er ook hier eens naar te kijken in een wat ruimere context.
In voorgaande analyses bleek, dat locaties met een tempel-toponiem, gelegen in ons rivierengebied, veelal de volgende kenmerken vertonen:
1. Ze stammen uit een schemerig ver verleden; een stichtingsdatum is niet bekend.
2. Ten opzichte van hun omgeving zijn ze relatief hoog gelegen, zodat zij reeds vòòr de dijkengordels werden gesloten vrij waren van wateroverlast.
3. Ze liggen aan een doorgaande weg voor langeafstandsverkeer.
4. Ze liggen veelal op plaatsen, waar reizigers behoefte hebben aan hulp, bijvoorbeeld bij rivierovergangen
Als verklaring voor de gevonden regelmatigheid werd aangenomen, dat toponiemen met “tempel” doorgaans inderdaad verwijzen naar de Tempelorde en dat de betrokken locaties hebben gefunctioneerd als door de Orde in stand gehouden steunpunten ten dienste van passerende bedevaartgangers en andere reizenden.
De vraag is nu, of De Tempel in Buurtsdijk ook de genoemde kenmerken vertoont.
Uit het voorgaande blijkt, dat er met betrekking tot de eerste twee - het mistig verleden en de relatief hoge ligging - weinig twijfel mogelijk is. Maar valt hier ook een doorgaande weg aan te wijzen?
De weg, die hier in aanmerking komt, is de aloude weg van Utrecht naar de IJsselsteden, dus de weg van Het Sticht naar Het Oversticht.
Nu liep deze weg van ouds door Amersfoort, of ten minste door een voorde op de plaats waar Amersfoort later ontstond. De weg ging verder over zandopduikingen in de richting Hoevelaken, Nijkerk, enz. Over Buurtsdijk liep deze weg dus oorspronkelijk zeker niet.
Echter, rond 1170 kwam er een wijziging in de situatie. Door heftige stormen werden zandbanken voor de mond van de Eem weggeslagen. Daardoor verbeterde de waterafvoer en daalde de waterstand in het er achter liggend veen. Dit werd meer toegankelijk.( Van den Heuvel, c.s, pg.18.) Zo kwam een weg, die nu de Duisterweg heet, beschikbaar. Deze bood een kortere mogelijkheid om vanuit Amersfoort Nijkerk te bereiken en raakte bijgevolg in trek.( Van den Heuvel, c.s. pg..8.)
Deze Duisterweg komt uit op de Calveenseweg, precies daar waar het huisje “De Tempel” lag.
Later – mogelijk in het midden van de veertiende eeuw - kwam een nog kortere weg ter beschikking over Bunschoten en Eembrugge.( Dekker en Mijnssen-Dutilh, pg.93/94.). De route via de Duisterweg en Buurtsdijk verloor daardoor aan betekenis. Wel zijn sporen van het vroegere meer intensieve verkeer blijven bestaan. Zo ligt er bij de Palistinaweg een weg met de naam “Pallisaden”. In zijn website geeft het Eemlandarchief hierbij de volgende toelichting: (Een palissade is) Een omheining van in de grond geslagen palen. Hier waarschijnlijk bedoeld als een versperring om de toegang over de oude weg ten noorden van de veenplassen in de richting Nijkerk onder controle te houden.”
Duidelijk is, dat in de twaalfde en dertiende eeuw, dus in de tijd waarin de Tempelorde actief was, de Tempel in Buurtsdijk gelegen was aan een in trek zijnde doorgaande weg van Utrecht naar de IJsselsteden.
Blijft nog de vraag, of in de route misschien een obstakel lag, dat hulp voor de reizenden gewenst maakte.
Hoe de weg naar Nijkerk vanaf Buurtsdijk verder liep, is niet geheel duidelijk. Door latere ontginningen is het beeld vervaagd. Wel is duidelijk, dat voorbij Buurtsdijk de weg daalde naar een wat lager niveau. De tocht naar Nijkerk was nog lang en ging door een moerassig dunbewoond veengebied. Ter wille van een ongestoorde doortocht door een moeilijk gebied zullen raad, hulp en onderdak welkom zijn geweest.
De vier gemeenschappelijke kenmerken van locaties met een tempeltoponiem blijken bij De Tempel in Buurtsdijk inderdaad aanwezig. Dit betekent, dat er ernstig rekening mee mag worden gehouden, dat in Buurtsdijk een steunpunt van de Tempelorde heeft gelegen.
Meer gegevens gewenst.
Beschouwing van de situatie vanuit een wat ruimer perspectief leidt tot de conclusie, dat het zeer wel mogelijk is, dat De Tempel in Buurtsdijk terug gaat op een steunpunt van de Tempelorde langs een oude route van Utrecht naar de IJsselsteden. Een dwingend bewijs, dat dit inderdaad het geval is geweest, vormt dit niet. Het blijft evenzeer mogelijk, dat slechts gesproken mag worden van een simpel armenhuisje, dat De Tempel werd genoemd, bijvoorbeeld omdat het maar één deur telde.
Het is verleidelijk hier te vervallen in speculatie om tot eenduidigheid te komen. Beter lijkt het, om uit te zien naar verdere feitelijkheden, die tot verheldering kunnen leiden.
Zijn er foto’s, tekeningen of beschrijvingen van De Tempel bewaard gebleven?
Wat herinneren de vroegere bewoners zich?
Is er een verslag van de sloop?
Wat herinneren de slopers zich?
Leveren de oude documenten iets op, wanneer er met andere ogen naar gekeken wordt?
Zijn er oude verhalen in omloop (geweest), die in dit verband iets zeggen.
Arrcheologisch onderzoek van de locatie De Tempel/Het Klooster zou moglijk meer licht kunnen brengen.
Samenvatting
Het bestaan van een aantal toponiemen - waaronder “De Tempel”- in Amerfoort/Buurtsdijk, doet de vraag rijzen, of hier gesproken mag worden van een relatie met de Tempelorde. Recente gegevens wijzen in de richting van een onbetekenende armenwoning, die “De Tempel” werd genoemd, omdat ze maar één deur telde. Van een relatie met de Tempelorde kan dan moeilijk sprake zijn. Gezien tegen een ruimere achtergrond past De Tempel te Buurtsdijk echter in het voorheen gevonden beeld van de steunpunten van de Tempelorde langs doorgaande wegen. Beide mogelijkheden verdienen overweging. Verzameling van verdere feitelijke gegevens kan dienstig zijn om tot uitsluitsel te komen.
Literatuur
Dekker, C. en M. Mijnssen-Dutilh: De Eemlandtsche Leege Landen. Ontginningen rond de mond van de Eem in de 12e en 13e eeuw. Utrecht, 1995.
Heuvel, A. van den, G. Raven en N. van Vulpen: Een wereld van verschil. Hooglanderveen ontmoet Vathorst. Historische Kring Hoogland. Hoogland, 2003.
Mijnssen-Dutilh, M. Amersfoort lag aan zee. Waterschapskroniek Vallei & Eem. Utrecht/Leusden, 2007.
Verder | Terug | Home |