Sporen van de Tempelieren in Nederland - http://www.tempelieren.nl - © Ben Brus 2003-2012 

 

 

Brakel i.d.Bommelerwaard

 

In Brakel in de Bommelerwaard leeft een vaag gerucht, dat de Tempelorde er ooit gevestigd was. De plaats is niet met zekerheid bekend. Gedacht wordt wel aan Munnikenland, het Huis Rodichem en aan het Spijker.

 

    

 

Het Spijker in Brakel (Foto Lieske Brus-Overman)

 

Het Spijker bestaat nog steeds als woning met een zekere status.

J.C.W.Quack schreef er in 1874 onder andere het volgende over:

Eene voorpoort, Westwaarts van de kerk gelegen, opende den toegang tot dit slot ( het Huis te Brakel)..... en daar deze poort tevens de verzamelplaats der tienden alsmede een voorraadschuur van granen was, werd hij om die oorzaak ook wel spicarium of spijker, d. i. koornschuur genaamd. Slechts weinig jaren nogthans is dit spijker koornschuur van het Huis te Brakel geweest. Spoedig toch werden de goederen der Heeren van Brakel verdeeld, en toen Heer Staeske van Brakel, in het jaar 1318, het meergenoemde slot in eigendom bezat, was een zijner stamgenoten van den zelfden naam als hij, als bezitter van de groote voorpoort bekend, welke van dien tijd af eeuwen lang van het Huis gescheiden, aan afzonderlijke eigenaren bleef behoren, met aangrenzende en verder afgelegene landerijen, alsmede met het recht van krijtende tienden en velerhande thijnsen als een vrij eigen en niet leenroerig goed.

Gedurende een geruimen tijd schijnt ook het Spijker, dat steeds dien naam bleef behouden, tot verblijf van geestelijken te hebben gediend, en indien het waar is, wat wij op goed gezag aannemen kunnen, dat er voormaals en wel tot het jaar 1616 in het dorp Brakel eene commandery der Ridders van St Jan van Jeruzalem of van Malta heeft bestaan, dan hebben deze, zooals hoogst waarschijnlijk is, in dit gebouw hunnen intrek genomen. De thans nog aanwezige cellen kunnen mede dienen, om dat gevoelen te bevestigen.”

( Voor Het Spijker zie verder ook: A. de With. )

 

Schutjes ( pg. 365 ) schrijft: “De ridders van Malta hadden oudtijds eene commanderij te Brakel en daarbij aanzienlijke goederen; derzelve inkomsten sloeg Prins Maurits in 1616 aan, zonder dat het bewezen is, of de ridderorde daarvoor eenige vergoeding heeft ontvangen. Het huis des commandeurs was reeds lange tijd verdwenen.”

 

Aangenomen mag worden, dat in Brakel een commanderij van de Hospitaalorde heeft bestaan. Het is mogelijk, dat de Hospitaalorde in 1312, toen de Tempelorde werd opgeheven, hier –zoals voorgeschreven - als haar erfgenaam is opgetreden. Voordien heeft dan in Brakel een huis van de Tempelieren bestaan. Merkwaardig is in dit verband, dat er in 1318 – in de jaren waarin de liquidatie van de Tempelorde plaats vond – een zeer ongebruikelijke herordening van de bezittingen van Het Huis Brakel plaats vond. Een poortgebouw werd afgesplitst als “een vrij eigen en niet leenroerig goed”. Niet duidelijk wordt, aan welke probleemsituatie daarmee een eind werd gemaakt. Speelde de in opspraak en in het gedrang gekomen Tempelorde daarin een rol? Haar naam wordt nergens genoemd, maar dat is voor die dagen niet anders te verwachten. Hier valt slechts te speculeren.

 

Wat de betrokkenheid van Brakel bij het toenmalig langeafstandsverkeer betreft:

Bij Brakel ligt een veer over de Waal. Het is aannemelijk, dat dit vanouds een rol heeft gespeeld in het doorgaande verkeer tussen Utrecht en het zuiden.

Even ten oosten van Brakel bij Zuilichem kwamen restanten van een brug over de Waal aan het licht ( Pleijte en Koppert ). Deze werd wel aan de Romeinen toegeschreven. Het onderzoek er naar is echter te lacunair en de interpretatie is te weinig zeker, om te mogen concluderen, dat hier in de eerste eeuwen van de jaartelling een heerbaan heeft gelopen en dat men hier dus met een oude romeinse weg van doen zou hebben

 

Samenvatting: Een oud gebouw, een vaag verhaal, een indirecte aanwijzing in de literatuur, latere aanwezigheid van de Johannieters en betrokkenheid bij het doorgaand verkeer rechtvaardigen enig vermoeden, dat de Tempelorde in Brakel gevestigd is geweest.

 

 

Literatuur

 

Koppert, G.:      2000 jaar geleden bouwden Romeinen reeds vaste bruggen over onze grote rivieren. In: Westerheem, XVIII ( 1969 ), Nr. 3,  pg 118 – 125.

 

Pleijte, W.:                  Iets over de oude brug te Zuilichem.

In: Verslagen en Mededelingen van de Kon. Akad. Van Wetenschappen.       Derde reeks. Twaalfde deel.   Amsterdam,  1896,  pg. 290  - 207.

 

Schutjes,  L.H.C.:       Geschiedenis van het Bisdom ’s Hertogenbosch.  Deel 3.

 

Quack, J.C.W.:           Het Spijker te Brakel.

                                   In: Gelderse Volksalmanak. ( 1875 )  pg. 220 – 225.

 

With, A.de.:                Een beknopte bewoningsgeschiedenis van het Spijker.

                                   In: Tussen de Voorn en Loevestein. Nr.87, dec.1994, XXX, pg.  5 – 10.

 

 

 

Verder Terug Home