Sporen van de Tempelieren in Nederland - http://www.tempelieren.nl - © Ben Brus 2003-2012
Rijsenburg
In Rijsenburg bij Driebergen kent men een Tempellaan en een Tempelhof.
Dick Steenwijk schrijft hierover in “Heg en Steg. Straten en Straatnamen in Driebergen-Rijsenburg” ( pg,155 ) :
“Tempelhof. Ongeveer op de plaats van dit wooncomplex aan de Sparrenlaan heeft in de 19e eeuw een bedoeninkje gelegen, dat om onnaspeurlijke reden de naam De Tempel droeg. De grond van dit spoorloos verdwenen “boerenplaatsje” was rond 1900 nog in gebruik bij een warmoezenier, een groententeler, Strijk geheten. De Tempel had indertijd twee uitwegen: de zogeheten Tempellaan, richting Hoofdstraat, en een naamloos pad dat vanaf de Tempel langs de ijskelder van Kraaybeek liep, uitkomend op de Kraaybeeklaan.”
Ook andere publicaties over de geschiedenis van Driebergen-Rijsenburg vermelden de Tempelhof en de Tempellaan, zonder overigens iets naders te vermelden over de historie ervan of over de herkomst van de naam. Wel wordt er gesproken van een “hofstede” inplaats van een “boerenplaatsje”. Op een “Kaart van een gedeelte der Landen behoorende aan de Heerlykheid en de Ridderstad van Rysenburg” uit 1797 staat de “Hofstede Den Tempel” aangegeven als een opvallend klein perceel met daarop twee gebouwen.
Bij de plaatselijke oudheidkundige “Stichting Driebergen-Rijsenburg Vroeger en Nu” was niet bekend dat er ooit een verband was gelegd tussen de boerderij “De Tempel” en de orde van de Tempelieren.
Voor een dergelijk verband pleit naast de naam ook de ligging van de vroegere hofstede aan een zeer oude verkeersweg. Heerma van Voss-de Mink ( pg.26.) schrijft hierover: “Een van de eerste verkeersverbindingen door deze regio is een handelsweg naar Keulen geweest, de Via Regia ( Koningsweg ). Het deel tussen Utrecht en Arnhem liep aan de zuidkant van de stuwwal op een bepaalde hoogtelijn. Deze weg was goed begaanbaar omdat hij niet erg klom en daalde en omdat hij hoog genoeg lag om in de winter droog te blijven. Al in de tiende eeuw liep de weg hier via de Arnhemschebovenweg. Evenwijdig daaraan kwam de Benedenweg die de verschillende nederzettingen langs de laag gelegen engen ( bouwgrond ) verbond. Daarom werd dit ook later de hoofdroute, nu nog Hoofdstraat geheten.” Tussen deze twee wegen lag “De Tempel”, rechtstreeks ermee verbonden door een weg, waarvan de naam “Tempellaan” tot heden bewaard bleef.
Naar het zich laat aanzien vormde De Tempel te Rijsenburg indertijd een steunpunt van de Tempelorde langs een handelsweg en pelgrimsroute van Utrecht over Rhenen en Arnhem naar Keulen. Ze kende een aftakking door Maas en Waal en het Maasdal naar Maastricht en verder naar het Zuiden.( Zie De Bilt en Maas en Waal )
Ook de nog aanwezige vijvers zouden een aanwijzing kunnen zijn. Uit het feit dat van een “IJskelder” wordt gesproken blijkt, dat deze van oudere datum zijn. Van de andere kant, vijvers zijn in deze omgeving met zijn vele oude buitens niet bepaald iets uitzonderlijks.
Samenvattend: twee namen, de ligging langs een zeer oude verkeersweg en het mogelijk deel uitmaken van een reeks steunpunten langs een handels- en pelgrimsroute rechtvaardigen het vermoeden, dat de Tempelorde in Rijsenburg een vestiging heeft gekend.
Literatuur:
Harzing, Wim: Driebergen en Rijsenburg, Hoe zij ontstonden en groeiden.
Uitg.; Neijderveen, Driebergen-Rijsenburg, 1973.
Heerma van Voss-de Mink, L.: Tussen Keulen en Amsterdam leidt de weg naar Driebergen.
In: Stichting Kleine Geschiedenis Heuvelrug: Ode aan Driebergen Rijsenburg. Driebergen Rijsenburg, 2005.
Steenwijk, Dick: Heg en Steg. Straten en Straatnamen van Driebergen-Rijsenburg.
Uitg,:Kerckebosch, Zeist. ISBN: 90 - 6720 - 226 - 3.
Steenwijk, Dick: Voorbij de Driebergse Brug.
Uitg.: Henk Reinders. Bunnik, 1992. ISBN: 90-72507 - 08 - 8.
Visscher, H.A.: De Utrechtse Heuvelrug. Een natuurrijke Streek in het Hart van Nederland.
Uitg.: Natinaal Landschapskundig Museum. Dordrecht, 1987. p.: 38 en 39.
Verder | Terug | Home |