Sporen van de Tempelieren in Nederland - http://www.tempelieren.nl - © Ben Brus 2003-2012 



Vlaardingen

 

Ten noorden van Vlaardingen bij het Bom-Meer in de polder het Vlaardingerbroek lag eeuwenlang de hofstedeDe Tempel”. In de zestiger jaren van de vorige eeuw is het betrokken gebied opgespoten ter wille van de woningbouw. Daarbij is de hoeve verdwenen.

 

Den Tempel” te Vlaardingen op een kaart van het Hoogheemraadschap van Delfland uit 1712, vervaardigd door Krukius.

 

Martin Bergwerff heeft, in het kader van genealogisch onderzoek, een aantal vermeldingen van, en gegevens over deze boerderij en zijn bewoners bijeengebracht en op het internet gepubliceerd. (http://home.hccnet.nl/m.bergwerff)  Het volgende is voornamelijk aan zijn tekst ontleend:  

Het cohier van de 10e penning van Vlaardingerambacht 1561 vermeldt: “Jan Willemsz heeft 20 morgen weiland en hooiland in huur…….strekkende van de Middelcaede tot Pieter Adriaensz van den Timpel land, naast langs de Geersloot. Jan Willemsz.huis, berg, en geboomte staande op vz. Land.”

Op 21 maart 1582 kocht Cornelis Adriaansz. Berchwerff van de erven van zijn schoonvader Jan Willemsz. diens “woning en erf met de vogelkooi op den Timpel”.

In 1590 kocht hij 12 morgen grafelijk leenland van Heyndrick Dircxz. Bugge, genaamd “denTempel” voor 1579 gld.. Op 21 maart 1582 wordt hij er mee beleend.

In 1588 huwt Jacob Passchiers, “molenaar op de tempelse molen te Vlaardingen” met Annetje Bastiaans. 

Op 2 november 1594 wordt Cornelis Adriaansz. Berchwerff wonend op den Tempel vermeld als croosheemraad. ( Een neder-heemraad, belast met het schouwen van “wateringen, wegen en bruggen”).

In 1611 wordt Aryen Cornelisz. Bergweff, wonende op den Tempel, ook genoemd  Tempelaer, (zoon van bovengenoemde Cornelis Adriaansz.), een proces aangedaan door Bastiaentge Adriaensdr.,wed. van Bastiaen Jansz., wonende op den Tempel,omdat hij haar dochter aan de hand had gekwetst met een zeis.

Op 25 mei 1622 , na het overlijden van zijn vader, werd Aryen beleend. Het leenregister van het leen Den Tempel vermeldt hierover:

Dat wij ontvangen hebben d oitmoedige supplicatie van Arien Cornelisz. Wonende in Vlaardingerbrouck op ten Tempel, daer hij ons vertoont hadde hoe dat wijlen Cornelis Adriaensz. Sijn vader over enige goede tijd van jaren hadde gekocht van Heyndrick Dircxz. Bugge twaelff ende een halve mergen landt uyt een en twintig mergen landts by den hoop sonder maet gelegen in Vlaerdinger ambacht, geheten den Tempel wesende leen van de Graeffelichheyt van Hollandt, dienvolgende den laetsten January XVc een en det negentich daer van opdracht hadde vercregen voor de leenmannen des voors. Graeffelicheyt. Gedaen in den Hage den XXVen Mey XVIc tweeentwintich”.

Op 22 september 1622 testeerde Aryen en vertoonde daarbij “zekere optiebrieven van octroyen, geobtineert van de Ridderschap, Edelen en Steden van Holland en Westvriesland, representerende de Staten van dezelve landen, bezegeld met de grootzegelen”

In 1637 overlijdt Jacob Passchiers molenaar op den Tempel.

 

Uit het bovenstaande blijkt, dat “ De Tempel” in 1561 reeds een gevestigde naam was voor een hofstede bij Vlaardingen. Het verdere verleden van de boerderij ligt in het duister. Aangenomen mag worden, dat de hoeve aanzienlijk ouder is dan 1561, dus dat ze uit de middeleeuwen stamde.

De naam “Tempel” stond niet alleen voor een hoeve, maar ook voor het er toebehorend land, en voor een grafelijk leen. Het leen was blijkbaar groter in oppervlak dan de bij de boerderij horende grond. Er woonden meerdere gezinnen “op den Tempel”. Ook stond er een molen.

Uit het feit, dat de eigenaar tot Croosheemraad werd benoemd, en “optiebrieven” kon tonen blijkt, dat hofstede en eigenaar een zeker aanzien genoten.

 

De Tempel wordt een grafelijk leen genoemd. Dit rechtvaardigt de vraag of het hier in oorsprong niet gaat om een door de graaf aan de Tempelorde geschonken domein, dat bij de opheffing van de Orde op een of andere wijze weer aan de graaf is toegevallen.

 

Van graaf Jan I is een oorkonde van 12 april 1300 bewaard gebleven, gericht aan “allen sinen baliuen van northollant, ende van zuithollant”. ( Burgers 1999, pg. 392.) Hij schrijft daarin:

Wi ombieden ju dat ghi den heren vander temple onzen lieuen vrienden doet hebben alle hare hereghewaden die gheuallen sijn jof gheuallen binnen juwer baliuscap. doet hier toe so dat vore ons van dezen dinghen neghene claghe come meer”. 

Uit de algemeenheid van de formulering mag worden afgeleid, dat het in het graafschap Holland in het verleden aan de Tempelorde in aanzienlijke mate verheffingsrechten waren geschonken, zoals dit ook in Vlaanderen en Brabant het geval was. Vanuit het grafelijk hof werd de Orde dus ooit begunstigd. Of dit zover ging, dat ook domeinen werden geschonken, ligt hierin niet besloten, maar het behoort tot de mogelijkheden.  

 

Mogelijke rol in het langeafstandsverkeer

De op de Peutingerkaart aangegeven zuidelijke weg van Nijmegen naar Leiden voerde, naar algemeen wordt aangenomen, langs de plaats waar nu Vlaardingen is gelegen. ( Zie bijvoorbeeld de kaarten op pg. 100 – 107 in de Limes Atlas van Colenbrander ). Het betrokken deel van deze weg werd ten gevolge van de stormvloeden in de vijftiende eeuw weggevaagd en/of met een kleilaag overdekt. Resten ervan werden (nog) niet teruggevonden. Aangenomen mag worden, dat deze weg in de dertiende en veertiende eeuw, in de tijd waarin de Tempelorde actief was, nog in gebruik was. Ze zal een belangrijke rol gespeeld hebben in het oost/west landverkeer. Bovendien Vlaardingen was in die tijd een belangrijke haven, zowel voor de zee- als voor de binnenvaart. Het was bijvoorbeeld de verzamelplaats voor de vloot van 212 schepen, waarmee in 1217 Graaf Willem I ter kruisvaart toog. ( Zie: Aantekening bij de brief aan Paus Honorius III in: Mieris, pg.174.). In 1327 verleende graaf Willem III de inwoners van de stad vrijheid van tijns, schot, tol en eigen rechtspraak.( W.J.W.Burgers, webs. NH 335.).Voor de Tempelorde bestond er aanleiding genoeg om in Vlaardingen een steunpunt voor reizenden en voor eigen transport in stand te houden.

 

Samenvattend: De Tempel in Vlaardingen was een uit de middeleeuwen stammende hofstede met een er bij behorend gebied. Het was in de zeventiende eeuw een grafelijk leen. Op grond van de naam “De Tempel”, de rol van Vlaardingen als zee- en binnenhaven en het feit dat er een al uit de tijd van de Romeinen stammende doorgaande weg liep dient er rekening mee te worden gehouden, dat er een door de Tempelorde in stand gehouden steunpunt voor reizenden en transporten gevestigd was. Mogelijk was het in oorsprong een domein, dat ooit door de graaf aan de Tempelorde geschonken was..

 

Literatuur

Bergwerff, M.             http://home.hccnet.nl/m.bergwerff 

Burgers, J.W.J.           De Rijnkroniek van Holland en zijn auteurs.     Hilversum,  1999.

Registers van de Hollandse grafelijkheid.(1245 – 1399). http://www.historici.nl

Colenbrander, B. Red. Limes Atlas, Rotterdam, 2005.

Mieris, F.van.              Groot Charterboek der Graaven van Holland, van Zeeland en Heeren van Vriesland.  Eerste Deel.   Leyden,  1753.

 

Verder Terug Home