Sporen van de Tempelieren in Nederland - http://www.tempelieren.nl - © Ben Brus 2003-2012 


OVER DEZE SITE

De aanleiding

Bij het bladeren in een oude atlas van Gelderse gemeenten (J.Kuyper, Gemeente Atlas van de Provincie Gelderland. Leeuwarden, 1868.) viel op, dat een boerderij aan de Maas bij Overasselt de naam “Tempel” droeg. Voorts werd bij Beuningen “Den Olden Tempel” gevonden. In Boven-Leeuwen en in Ochten bleken ook huizen te liggen die “De Tempel” werden genoemd.



Boerderij / veerhuis “De Tempel”aan de Maasdijk bij Overasselt. ( Foto: Lieske BrusOverman )

Merkwaardig, in een beperkt Gelders rivierengebied treft men vier behuizingen aan met eenzelfde niet bepaald voor de hand liggende naam. Het zijn bovendien blijkbaar geen doorsnee boerderijen. Op de betrokken gemeentekaarten worden maar weinig individuele gebouwen met hun naam aangegeven. Deze vier wel. Klaarblijkelijk gaat het om hofsteden, die om een of andere reden markant zijn. Dit alles kan geen toeval zijn. Is er een verklaring voor?

Zou het kunnen zijn, dat de voorgangers van deze gebouwen indertijd - in de twaalfde en dertiende eeuw - eigendom waren van of op een of andere wijze in relatie stonden tot “De Tempel”, de Orde van de Tempelieren, en dat zij daaraan hun naam hebben te danken?
Het is op het eerste gezicht een gewaagde veronderstelling. Maar het is een bekend feit, dat in Parijs, Londen, Bristol en Berlijn en in veel andere Franse en Engelse steden en dorpen door de eeuwen heen de naam “Tempel” bewaard bleef voor gebouwen, straten en wijken, die ooit op een of andere wijze met de Tempelorde in verband hebben gestaan. Waarom zou dit in ons land niet het geval kunnen zijn?

Het lag voor de hand, om eerst eens bij historici te rade te gaan, om te zien of daar steun voor de veronderstelling te vinden zou zijn. Het resultaat van een korte speurtocht stelde teleur. Over de aanwezigheid van de Tempelieren in Nederland bleek nauwelijks iets bekend. Een monografie erover was (indertijd) niet te vinden. Slechts verspreide opmerkingen werden aangetroffen. Een overzicht van vestigingen ontbrak eveneens. Wanneer er in jongere tijd door historici over kommanderijen en andere bezittingen van de Tempel in Nederland wordt geschreven, dan is dit met grote terughoudendheid en scepsis. Slechts van een enkele kommanderij wordt het bestaan als bewezen beschouwd. Argument daarbij is veelal, dat in archieven maar heel weinig uit de betrokken eeuwen zelf stammende vermeldingen van de aanwezigheid van de Tempelorde in ons land te vinden zijn. Dit in tegenstelling tot de situatie in ons omringende landen. Daar bestaat met betrekking tot “De Tempel” een rijke geschiedkundige literatuur, gebaseerd op talrijke oorspronkelijke documenten. In onze vaderlandse geschiedenis is de aanwezigheid van de Tempelorde min of meer een blinde vlek.

Een vraag, die blijft, is dan: zijn er andere tekenen, die wijzen in de richting van de aanwezigheid van de Tempelieren in ons land?

Met betrekking tot “De Tempel” in Overasselt lijkt dit inderdaad het geval.
Een gesprek met de bewoners gaf reeds te denken. Het volgende werd verteld: De boerderij was van ouds tevens veerhuis en herberg. De oude gelagkamer was nog steeds aanwezig. Het veer heette indertijd “Het Tempelveer”. De weg langs de boerderij naar de voormalige aanlegplaats van het veer wordt nog steeds “De Tempelweg” genoemd. Bij een verbouwing binnenshuis was men op zwaar muurwerk gestoten. Daarbij kwamen scherven aan het licht, die als dertiende-eeuws werden gedateerd. Met betrekking tot het huis deden verhalen de ronde over mannen in het wit, “een soort geestelijken”, die zich met iets als hagepreken hadden bezig gehouden.
In een gesprek met de projectleider van de Archeologische Werkgemeenschap, afdeling Nijmegen en Omstreken, bleek voorts, dat aan de overzijde van de Maas bij Linden opgravingen hadden plaatsgevonden op een wat hoger liggend terrein, dat van oudsher “Het Tempelierenklooster” werd genoemd. Men vond er sporen van een rechthoekig grachtenstelsel, restanten van een aanlegplaats, enkele kloostermoppen, puin en een tweetal zware houten peddels. Geschat werd, dat een en ander uit de dertiende of veertiende eeuw stamde.

    

Eikenhouten peddel, gevonden op de bodem van een dichtgeslibde kreek bij het “Tempelierenklooster” bij Linden. (Foto: Lieske Brus-Overman )

Hiermee is het gewaagde vermoeden, dat de Tempelorde haar naam gaf aan de betrokken boerderij, veranderd in een zeer plausibele veronderstelling. Zelfs is het nu aannemelijk, dat de Tempelheren hier ooit een overzetveer in stand hebben gehouden. Immers, bekend is, dat de Tempelieren soldaat-monniken waren, die zich in de twaalfde en dertiende eeuw bezig hielden met het behulpzaam zijn van pelgrims en het beveiligen van pelgrimsroutes. De Maas was ook toen een belangrijke verkeersweg. Voorts ligt het voor de hand - gezien de “Tempelweg” naar de aanlegplaats van het veer en de restanten van een aanlegplaats aan de overkant - dat er toen ook verkeer over land heeft plaats gevonden. Aan beide zijden komt nu nog de naam “Tempel” voor. Aan de rechter oever in verband met een veerhuis-herberg en een weg, aan de andere kant samen met de term “klooster”. Op beide lokaties werden archeologische vondsten gedaan, stammend van rond 1300. Aan de noordzijde leven vage verhalen over “geestelijken in witte gewaden”.
Een dwingend bewijs vormt dit alles niet. Maar van sterke aanwijzingen voor een aanwezigheid van de Tempelorde mag toch wel gesproken worden. Zou dit ook in andere soortgelijke situaties het geval zijn? Dit is de vraag, die hier centraal staat.

Tot zover de aanleiding tot deze site. Verdere bijzonderheden met betrekking tot de locaties Overasselt en Linden komen hierna ter bestemde plaats aan de orde.

Vragen, waarop een antwoord wordt gezocht.

Algemeen gesteld komen de volgende vragen aan de orde:

Zijn er in Nederland locaties te vinden, die er van “verdacht” kunnen worden vestigingen te zijn geweest van of anderszins in relatie te hebben gestaan tot de Tempelorde?

Zijn er aanwijzingen te vinden, die een dergelijk vermoeden ondersteunen of ondergraven?

Antwoorden op deze vragen zullen slechts bij uitzondering kunnen leiden tot definitieve opheldering van de genoemde blinde vlek. Veelal zal er ruimte blijven voor twijfel. Maar een overgang van blindheid naar slechtziendheid - zich uitend in de vorm van gegronde vermoedens - vormt een niet te versmaden winst. Bovendien, het totaaloverzicht over deze vermoedens kan verbanden en regelmatigheden aan het licht brengen, die op zich interessant zijn, en die het geheel aan overtuigingskracht doen winnen.

Intussen is reeds gebleken, dat bij het merendeel van “verdachte” locaties door omwonenden niet aan een verband met de Tempelorde wordt gedacht. Doorgaans wordt bij gerichte navraag de idee van een samenhang van de hand gewezen en als weinig reële verwerpelijke fantasterij beschouwd. Ook historici wijzen het leggen van een verband tussen het voorkomen van tempel-toponiemen en volksverhalen over Tempelridders enerzijds en een feitelijke aanwezigheid van de Tempelorde anderzijds van de hand. Mocht het beantwoorden van de gestelde vragen in bepaalde gevallen resulteren in een gegrond vermoeden, dan kan dit in de toekomst bij archiefonderzoek en bij graafwerkzaamheden tot grotere allertheid, en bijgevolg tot meer gerichte aandacht en mogelijk tot verdere verheldering leiden.

Werkwijze.

1 - Hoe worden “verdachte lokaties” opgespoord?

 

Een eerste aanknopingspunt is doorgaans een toponiem: de naam van een straat, een boerderij, een grondstuk, enz. waarin de term “tempel” voorkomt. Als bron hiervoor wordt gebruik gemaakt van: kaarten, atlassen en encyclopedieën (voornamelijk oude), van een register van straatnamen, van databanken als van het Meertens Instituut, van het aardrijkskundig woordenboek van Van der Aa en van toevallige vondsten en mededelingen. Tot heden kwam hierdoor een aanzienlijk aantal locaties onder de aandacht. Zie: Mogelijke vestigingen in Nederland.
Ongetwijfeld zijn hiermee niet alle in aanmerking komende plaatsen geïndentificeerd. Deze site biedt een gerede mogelijkheid om nog ontbrekende locaties op het spoor te komen. De auteur (info@tempelieren.nl) houdt zich graag aanbevolen voor voorstellen tot aanvulling en correctie van de lijst.



2 - Welke verdere aanwijzingen kunnen naast een naam geacht worden te duiden op een relatie met de Tempelorde?

 

In het wilde weg zoeken lijkt hier geen goede strategie. Naar vermogen zullen we ons een beeld moeten vormen van wat we denken te vinden. Een zo goed mogelijk idee is dus nodig van de wijze waarop de Tempelorde indertijd in onze streken aanwezig is geweest en van de aard van de sporen die zij hier kan hebben achtergelaten. Aan het zoeken naar aanwijzingen diende bijgevolg enige studie vooraf te gaan naar de geaardheid en verschijningswijze van de Tempelorde. Een weerslag van deze literatuurstudie, met aan het eind een opsomming van mogelijke aanwijzingen, biedt het volgende hoofdstuk van deze site, getiteld: De Tempelorde.

Een tweetal opmerkingen is hier op zijn plaats.

  • Het moge duidelijk zijn, dat bij dit overzicht niet een volledige weergave van het wel en wee van de Orde in zijn algemeenheid wordt nagestreefd. Met name die aspecten worden naar voren gehaald, die van belang zouden kunnen zijn voor het leren kennen van de verschijningsvorm van de Tempel in Nederland. Aan allerlei andere vragen en discussiepunten met betrekking tot de Tempelorde - die er te over zijn - wordt voorbij gegaan.

  • Het gebeuren rond de Tempelorde ligt ver achter ons en heeft zijn nobele, romantische, mysterieuze, dramatische en gewelddadige kanten. Dit heeft er toe geleid, dat in latere eeuwen sommigen er toe neigden een verband te construeren tussen de Tempelieren en de eigen groepering of de eigen denkbeelden. Eerbiedwaardige en geheimzinnige historische wortels zijn niet te versmaden als het gaat om het werven van aandacht en prestige. Er is, wat dat betreft, rond de Tempelieren heel wat geromantiseerd en gemystificeerd. Op zijn beurt heeft dit verschijnsel zelf weer zijn eigen geschiedenis en zijn boeiende kanten. Hier zijn deze echter niet aan de orde.
    Bij de gesprekken naar aanleiding van het op een bepaalde plaats voorkomen van de naam “Tempel” bleek dikwijls, dat men zich niet alleen totaal niet bewust was van een mogelijk verband met de Tempelorde, maar dat een vraag hiernaar in eerste instantie associaties opriep in de richting van deze mystificaties of van de spreekwoordelijke drinkebroers. Blijkbaar is dit de sfeer, die de naam “Tempelieren” veelal oproept.
    Om misverstand te voorkomen wordt daarom uitdrukkelijk het volgende opgemerkt: Wie verwacht of vreest, dat op deze site onderwerpen aan de orde komen als: schatten van koning Salomon, piramidebouwers, familieleden van Christus, kathedralenbouwers, vrijmetselaars, geheime kennis, verborgen schatten, versleutelde boodschappen, de heilige graal, kabbalistiek, enz. kan gerust zijn of wordt teleurgesteld naargelang vrees of nieuwsgierige verwachting bij hem domineerde. Over deze onderwerpen handelt deze site niet. Hier gaat het slechts om de feitelijke aanwezigheid van de uit de geschiedenis bekende Tempelorde in het gebied, dat nu Nederland wordt genoemd.


3 - Hoe worden dergelijke aanwijzingen met betrekking tot een bepaalde locatie achterhaald?

 

Archief-onderzoek en archeologisch onderzoek leveren ongetwijfeld de meest overtuigende aanwijzingen. Het moge duidelijk zijn, dat het uitgesloten is, dat dergelijk onderzoek in het kader van deze site wordt uitgevoerd. Het enige, wat in dit opzicht mogelijk is, is het zorgvuldig bijeenbrengen van resultaten van dergelijk door anderen verricht onderzoek. Hiertoe wordt kennis genomen van wat vastgelegd is met betrekking tot de lokale geschiedenis. Plaatselijke bibliotheken en archieven worden bezocht. Met lokale historische verenigingen wordt contact opgenomen. Daarnaast wordt de situatie zelf bekeken en wordt met omwonenden gesproken over ter plaatse levende verhalen en traditionele opvattingen.
De belangstelling en de bereidheid informatie te verstrekken blijkt daarbij veelal treffend groot. Een aanzienlijk aantal bewoners, bestuursleden, leeszaalassistenten, archiefbeambten, horecamedewerkers en toevallige voorbijgangers is veel dank verschuldigd!


4 – Het resultaat van dit zoekwerk wordt hierna weergegeven op de pagina: Mogelijke vestigingen in Nederland.

De tot dusver gevonden “verdachte” locaties worden daar eerst opgesomd. Een link voert dan telkens van de naam van een bepaalde locatie naar een pagina waar de gevonden relevant geachte bijzonderheden bij deze locatie worden vermeld.

Nogmaals, op- en aanmerkingen en voorstellen tot aanvulling en correctie worden graag tegemoet gezien: info@tempelieren.nl. Bij voorbaat dank.


5 - Tot slot wordt op de pagina discussie een blik teruggeworpen op hetgeen gevonden werd

 

Te voren was niet te voorzien, waartoe het project zou leiden. Dit verslag is ook nu niet definitief afgerond. Het eind ligt blijvend in de toekomst. Toch werden reeds enkele “voorlopige conclusies” geformuleerd. Ook werd ingegaan op de geschiedschrijving met betrekking tot de Tempelorde in Nederland en op voorstellen tot verklaring van toponiemen met een element “tempel”.



Verder Terug Home