Sporen van de Tempelieren in Nederland - http://www.tempelieren.nl - © Ben Brus 2003-2012 



Oeffelt en Brakel (N.B.)

 

In ‘Land van Cuijk” vermelden Van de Brand en Douma (pg.245) het volgende:

Volgens de leenverheffing uit omstreeks 1400 liggen er enkele voorname Cuijkse leengoederen in de beide buurtschappen Brakel en Oeffelt, zoals den hof ten/tot Tempel……in den gerichte Ufel ende Brakel;….”.

Verwezen wordt hierbij naar pg.125 van J.J.S.Baron Sloet en J.S.van Veen: Register op de Leenaktenboeken van het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen,. Arnhem 1912.

In “Merlet” (2, 1966, pg. 13.) schrijft H.Essink, archivaris van het Streekarchief Land van Cuijk:

DE HOF TE TEMPEL IN OEFFELT. Omstreeks 1470 had Johan van Wijenhaven de hof te Tempel in leen van de heer van Cuijk. Bron: Rijksarchief Den Bosch, Archief van de Cuijkse Leenhof, nummer 4.”

In een voetnoot voegt hij hier aan toe: “Cf. Archief van de archivaris en chartermeester van het Land van Cuijk, Correspondentie met Jkvr.Prof.Dr. J.M. van Winter te Utrecht; jaar 1965, code 271. Jkvr. Van Winter deelde mij mede, dat de hof te Tempel in Oeffelt zeer waarschijnlijk een bezitting van de in de 14de eeuw opgeheven orde der Tempelieren geweest is.”

In Merlet van mei 1970 ( pg. 55 t/m 58.) vermeldt genoemde archivaris in een bijdrage, getiteld:.”Domeinen van de heer van Cuijk in Oeffelt”, dat de aan deze hof klevende heergewade tot in de zeventiende eeuw 2 goudguldens bedroeg. Hij vermeldt opnieuw, dat “de bekende mediaeviste freule van Winter vermoedt, dat de Hof ten Tempel aanvankelijk een bezit is geweest van de Orde der Tempelieren”, hij noemt de leenmannen op, die vanaf het begin van de vijftiende eeuw bij name bekend zijn, en geeft een lijst van 24 percelen waaruit de Hof in 1571 bestond.

In zijn bijdrage in Merlet 1999 Nr.2 (pg 31 t/m37) geeft M.van den Brand een overzicht van hetgeen in documenten met betrekking tot “De Hof ten Tempel” in Oeffelt bekend is. Het volgende is hier relevant: 

-- Vermeld wordt opnieuw het vermoeden van Prof. Van Winter, dat de Hof ten Tempel een bezitting van de Tempelorde is geweest. De schrijver komt dit echter vrij onwaarschijnlijk voor. Als argumenten hiervoor voert hij aan: “daar de orde van de Tempeliers maar kort bestaan heeft en er in den lande teveel tempelbenamingen zijn. Meer voor de hand ligt het te denken aan een in een spitse punt liggende hof of een grote timp land”. Een sterke argumentering kan dit bepaald niet genoemd worden. (Zie verder: “Tempel” in Toponiemen en Tradities.)

 -- De Hof te Tempel wordt in de oudere stukken aangeduid als Cuijks leengoed, dat “ten Zutphensen leenrecht verheven”wordt.

 -- Als vroegste document wordt een leenregister uit 1506 vermeld. Johan van Wyenhaven is dan pachter.

 -- De Hof blijkt een relatief grote hoeve te zijn. In 1506 bedraagt de jaarlijkse pacht: 31 malder rogge en 31 hoenders. In 1571 wordt gesproken van “een huyse met bongaert daeromme gelegen, groot seven cleyn mergen”.

 -- De exacte plaats blijft onzeker. Wel blijkt de hof in de buurt van het nog bestaande Looi en in de omgeving van het Wyenraet te liggem, dus noordwestelijk van Oeffelt.

 -- In de loop van de 18e eeuw verdwijnt de naam van de hof TenTempel uit de papieren en later ook uit de overlevering.

 -- Merkwaardig is nog het volgende: In 1533 blijkt er jaarlijks 24 gulden Brabants betaald te worden vanwege een geldlening – een soort onderleengoed - van 400 gulden, verschuldigd aan de abdis van het klooster Gravendaal. Een eeuw later blijkt deze last nog op de hoeve te rusten. Dit is hierom merkwaardig, omdat ook bij andere vermeende tempeleigendommen de abdij van Graven daal na de opheffing van de orde in 1312 rechten op deze goederen lijkt te bezitten. (Zie Neerbosch en Maas en Waal .)



Oeffelt ligt aan de linker oever van de Maas binnen een dagmars afstand van het veer bij het “Tempelierenklooster” bij Linden.

.Langs de Maas liep hier indertijd de Romeinse weg van Nijmegen via Cuijk naar Tongeren. In de afgelopen tijd werd deze weg in de nabijheid van Oeffelt herhaaldelijk teruggevonden.( Zie bijvoorbeeld: Jaarverslag 2011 , AWN Nijmegen en omstreken. Pg.17.) Waarschijnlijk was ze in de middeleeuwen nog in gebruik. Oeffelt lag dan aan de middeleewse route van Utrecht via Maas en Waal of via Nijmegen naar Maastricht en uiteindelijk naar Parijs, Rome en Jeruzalem.

 

Samenvattend: met een gering voorbehoud mag worden aangenomen, dat “De Hof ten Tempel” te Oeffelt een steunpunt van de Tempelieren is geweest, gelegen langs een verkeersweg/pelgrimsroute van Utrecht door Maas en Waal via Nijmegen verder door het Maasdal naar het Zuiden.

 

Literatuur

AWN, Afdeling Nijmegen en Omstreken: Jaarverslag 2011. Pg. 17.

Brand, M.P.J. van den: Bijzonderheden over het  Cuijkse Leengoed “Ten Tempel” onder Oeffelt, uitmondend in een proces voor  het Rijkskamergerecht te Werzlar in de 17e eeuw.  In Merlet.  Uitgave van de historische kring Land van Cuijk.  35e Jrg. Nr.2. Pg. 31 t/m 37.

Brand, R. van de, en H. Douma:      Land van Cuijk.  33 dorpen en één stad.  Boxmeer, 2002

Essink, H.:      De Hof te Tempel in Oeffelt. In: Merlet.  2,  1966.  Pg. 13.

                      Domeinen van de Heer van Cuijk in Oeffelt. In: Merlet, Mei 1970. Pg 55 t/m 58.

 

 

 

Verder Terug Home