Sporen van de Tempelieren in Nederland - http://www.tempelieren.nl - © Ben Brus 2003-2012 

 



De weg van Het Sticht naar Het Oversticht

 


Zeker vanaf de vroege middeleeuwen bestond er een weg van Utrecht naar de IJsselsteden. Bisschoppen en keizers maakten er gebruik van. Steden als Amersfoort en Elburg ontstonden er aan. Nu loopt hier de A 28. Wat is er bekend over het verloop van de weg in de tijd toen de Tempelorde actief was, de tijd rond twaalf- en dertienhonderd?

 

De route rond 1200/1300

 

De weg verliet het door moerassen omgeven Utrecht over een oude oeverwal en zandtong richting De Bilt. Dit wegdeel - “De Steenweg” genaamd - werd reeds in de twaalfde eeuw bestraat.

 

Bij De Bilt splitste de weg zich. De naar het zuidoosten gerichte tak wordt al in de tiende eeuw vermeld als “Via Regia” of  “Koningsweg”. Deze volgde de zuidrand van de Utrechtse Heuvelrug. Ze was in de plaats gekomen van de Romeinse limesweg langs de zuidoever van de Rijn. Vanwege de lage ligging in waterrijke gebieden was de laatste moeilijk te onderhouden en daarom in onbruik geraakt. Zoals de limesweg voerde deze “Koningsweg” uiteindelijk naar Keulen. De Arnhemse Bovenweg is er nog een restant van. ( Gaasbeek, pg.40; Visscher, pg 39.)

 

De naar het noordoosten gerichte tak is de hier aan de orde zijnde weg naar Het Oversticht. Na De Bilt volgde een wat slingerende weg door een lager gelegen zandig gebied in de richting van het huidige Soesterberg. Dit weggedeelte werd in latere tijden verlegd en rechtgetrokken.( Visscher, pg.38/39; Blijdenstein, pg.23; Stadsblad.). Verderop, bij Soesterberg, werd een andere doorgaande weg gekruist. Het was de weg van Naarden naar de Arnhemse Bovenweg. Verder ging het door de bosrijke Utrechtse heuvels via het oude Leusden naar Amersfoort.

Daar stuitte de weg op het laaggelegen moerasgebied langs de Eem, een deel van de Gelderse vallei. Dit obstakel werd overwonnen via een voorde of enkele voorden op de plaats waar de stad Amersfoort ontstond. De stad ontleende er zijn naam aan. De Langstraat aldaar geeft nog steeds de oude route aan.

Oorspronkelijk ging de weg verder over enkele zandopduikingen met een bocht om het moeras ten noorden van Amersfoort heen over Hoevelaken naar Nijkerk. Rond 1170 sloegen stormvloeden een zandbank voor de Eemmond weg. Hierdoor daalde het waterpeil in het moeras.( Van den Heuvel, pg.18.) Dit werd meer begaanbaar. Daardoor kwam een kortere route via de Duisterweg en het gehucht Buurtsdijk ter beschikking.( Van den Heuvel, pg.8.) Dit traject bleef enkele eeuwen in trek, totdat eind veertiende eeuw door de aanleg van een dijk en een brug een weer kortere route via Ter Eem en Bunschoten ter beschikking kwam.( Dekker en Mijnssen-Dutilh, pg.93/94.)

Vanuit Nijkerk volgde de weg de grens tussen veen en zand langs de zuidoever van de latere Zuiderzee. De in opkomst zijnde stadjes Harderwijk en Elburg werden gepasseerd. Bij Harderwijk lag de aanzienlijke commanderij ’s Heerenloo van de Hospitaalridders. Deze bezaten ook huizen in Harderwijk zelf. Er wordt van bericht, dat de commandeur er iedere week drie mudden rogge uitdeelde in natura of als brood. ( Hoefer en Van Veen, pg 304.) Van Elburg is bekend, dat de aan de noordzijde van de stad gelegen Ellestraat deel van de route heeft uitgemaakt.

Uiteindelijk werd via een voorde of een veer bij Herxen de IJssel overgestoken, waarna de weg aansloot op de weg langs de rechter oever van deze rivier. Deze weg verbond de IJsselsteden onderling en voerde zuidwaarts via Doesburg en Emmerik uiteindelijk eveneens naar Keulen.

 

 

          

 

                  De Weg van Het Sticht naar Het Oversticht  Achtergrond ontleend aan Bos-atlas kaart 16

       1.De Bilt;  2.Soesterberg;  3.Buurtsdijk  ;4.Elburg;  5.Herxen.

 

Vijf tempeltoponiemen

 

Langs deze weg werd op een vijftal plaatsen een toponiem met “tempel” aangetroffen:

In De Bilt:  “De Tempel” vermeld in twee oude documenten.

In Soesterberg: de herberg/boerderij, later het buiten “De Oude Tempel” en ”De (Verlengde) Tempelweg”.

In Buurtsdijk bij Amersfoort een kleine woning “De Tempel”.

In Elburg: een boerenwoning met een landstuk “De Tempel” en “De Tempelweg”.

In Herxen: een boerderij “De Tempel”.

 

De betrokken locaties liggen dicht aan de hier besproken weg. ( Van De Bilt kan dit niet gezegd worden, omdat de lokalisering hier niet nauwkeurige bekend is.). In de verre omtrek werden geen andere tempeltoponiemen aangetroffen.

 

In het voorgaande bleek, dat in Maas en Waal en rond de Bommelerwaard toponiemen met een element “Tempel” steeds gevonden werden aan doorgaande wegen. Dit blijkt ook hier het geval. Daarnaast werd nog een drietal andere kenmerken gevonden,die deze locaties gemeen hadden.

Een vraag is dan, of deze regelmatigheden ook bij de locaties langs de weg Utrecht/IJsselsteden worden aangetroffen.

 

Het gaat om het volgende:

1.  Stammen de vijf locaties uit een ver onbekend verleden?

2.  Liggen ze ten opzichte van hun omgeving wat hoger, zodat ze bij hoog water

vrij zijn van wateroverlast?

3.  Liggen ze overwegend op plaatsen, waar reizigers met een moeilijkheid

worden geconfronteerd?

 

Deze regelmatigheden worden hier inderdaad in belangrijke mate aangetroffen, zoals uit het onderstaande moge blijken

 

De Bilt.

-   In De Bilt is de verwijzing naar de Tempelorde maar flinter dun: slechts een vermelding van “De Tempel” in twee rekeningen uit de zestiende eeuw. Deze rekeningen betreffen het geconfisqueerde middeleeuwse klooster Oostbroek. De er in vermelde “tempel” stamt dan ook uit de middeleeuwen, uit een hier verder niet bekend verleden.

-  “De Bilt”betekent “hoger gelegen grondstuk”. Vanuit Utrecht gezien beginnen hier de hoger gelegen zandgronden.

-   Een hindernis voor de reizigers valt niet aan te wijzen op grond van onvoldoende gegvens.

 

Soesterberg

-   De oudste vermelding stamt van 1803. Op dat moment wordt echter al gesproken van De Oude Tempel. Er is dus inderdaad sprake van een ver onbekend verleden.

-   De locatie ligt in zandige heuvels, waar van wateroverlast geen sprake is.

-   Voor de reiziger dreigt gevaar. De streek was berucht om zijn eenzaamheid en het gevaar van struikroverij.

 

Buurtsdijk

-   Een stichtingsdatum is niet bekend, ze ligt in een ver duister verleden.

-   De locatie ligt aan de Calveenseweg, waarvan wordt meegedeeld, dat ze in tegenstelling tot de omgeving bij hoog water droog bleef.

-   De weg liep verder naar Nijkerk door een lager liggend uitgestrekt weinig bewoond veengebied. Een steunpunt, waar een veilig onderkomen, goede raad en hulp geboden werd, zal zeer welkom zijn geweest

 

Elburg.

-   Een stichtingsdatum is niet bekend, maar ligt zeker ver terug.

-   De locatie ligt op een hogere plek – terp genoemd - in een gebied, dat bij hoog water onder loopt.

-   Afgezien van de bedreiging door hoogwater en eventuele eenzaamheid van de weg valt een obstakel voor reizigers niet direct aan te wijzen..

 

Herxen

-   Een stichtingsdatum is niet bekend maar ligt ver weg

-   De locatie ligt op de hogere gronden langs de IJssel.

-   Een rivier moet hier worden overgestoken. In de onmiddellijke nabijheid ligt nog steeds een veer.

 

Conclusie

 

Met betrekking tot de Tempeltoponiemen langs de weg van Het Sticht naar Het Oversticht werden dezelfde regelmatigheden aangetroffen als in Maas en Waal en rond de Bommelerwaard. Deze regelmatigheden werden daar verklaard, door aan te nemen, dat “tempel” in de betrokken toponiemen inderdaad wijst op een relatie met de Tempelorde. Deze interpretatie vindt in de feitelijkheden, die hier met betrekking tot de weg Utrecht/ÍJsselsteden..werden gevonden, opnieuw steun.

 

Een tegenspraak

 

In De Bilt, Soest, Amersfoort, Hoogland en Elburg bestaan actieve oudheidkundige verenigingen met eigen tijdschriften en andere publicatiemogelijkheden. Het is opvallend, dat bij geen hiervan de aanwezigheid van de Tempelorde in hun werkgebied overwogen schijnt te zijn. Wanneer een tempeltoponiem uit hun rayon in hun geschriften ter sprake komt, dan wordt als vermoedelijke herkomst van de naam aangegeven: een heidense tempel, een landstuk in de vorm van de slaap, een huisje met slechts één deur, een gebouw met een religieuze functie of een uithangbord van een herberg waar een tempel op staat afgebeeld.. De Tempelorde komt bij deze auteurs als serieuze kandidaat voor de oorsprong van de naam blijkbaar niet in aanmerking.

Deze zienswijze is duidelijk in tegenspraak met de boven weergegeven conclusie. Een reden om op die conclusie terug te komen, is dit vooralsnog niet. Daarvoor is de aan de conclusie ten grondslag liggende gedachtegang te inzichtelijk en berust ze te zeer op feiten. Dit neemt niet weg, dat de tegenspraak om een oplossing vraagt.

 

Waarom zou de zo voor de hand liggende mogelijkheid, dat een relatie met de Tempelorde de verklaring vormt voor tempeltoponiemen hier consequent buiten beschouwing blijven? Klinkt de kwade roep, waarin de Tempelieren in het begin van de veertiende eeuw stonden, in onze dagen nog zo door, dat aan een mogelijke relatie er mee als weinig aantrekkelijk maar liever niet wordt gedacht? Wisten de Tempelieren in de bange dagen van hun opheffing zo doeltreffend onopvallend te verdwijnen, dat ze ook nu nog niet worden opgemerkt? Speelt de terughoudendheid van Nederlandse historici, in gevallen waarin schriftelijke bronnen ontbreken, hier de hoofdrol?

( Zie hiervoor verder: Toponiemen.)


Samenvatting

 

Langs de weg van Het Sticht naar Het Oversticht werd een vijftal locaties gevonden met een tempeltoponiem. Deze locaties bleken in het algemeen de zelfde regelmatigheden te vertonen als in het voorgaande werden gevonden bij tempeltoponiemen langs andere doorgaande wegen. Voorgesteld werd toen als verklaring aan te nemen, dat deze toponiemen inderdaad wijzen op een relatie met de Tempelorde. De hier weergegeven bevindingen vormen een verdere ondersteuning  voor deze aanname.

 

 

Literatuur

 

Blijdenstein, R.:  Zeist, Groei en Bouw. Geschiedenis, Bouwstijlen en Woonhuistypen.  Zeist, 1983. 

 

Dekker, C. en M.Mijnssen-Dutilh:   De Eemlandtsche leege Landen.   Utrecht, 1995.

 

Gaasbeek, F. ( Ed.):   De Bilt. Geschiedenis en Architectuur. Zeist, 1995.

 

Heuvel, A.van den, G.Raven en N.van Vulpen:   Een wereld van verschil.   Hoogland, 2003.

 

Hoefer, E.A. en J.S. van Veen:   De Commanderieën der Orde van St.Jan in Gelderland.

                       In: B.en M. Gelre,  Deel XIII.   Arnhem,  1910,  Pg. 277 - 332.

 

Stadsblad, 11- 09-1970:   De oudste weg naar Amersfoort.

 

Visscher,H.A.:   De Utrechtse Heuvelrug. Een natuurlijke streek in het hart van Nederland.

 

 

 

Verder Terug Home